Monokristallijne zonnecellen

Monokristallijn silicium (c-Si) wordt meestal met het Czochralski-proces geproduceerd.  Er wordt een staaf in een vat met gesmolten silicium gestoken.  Men geeft de staaf een roterende beweging.  De staaf wordt traag omhooggetrokken         ( Figuur 5 ).  Op het punt van de staaf bevindt zich een kristal.  Het gesmolten silicium neemt de kristalstructuur van dat punt over wanneer het uit het vat omhooggetrokken wordt.  Het siliciumkristal ziet er uit als een cilinder.  Het wordt vervolgens in plakjes gesneden.  Deze plakjes zijn de zogenaamde 'wafers’.  Deze zijn cirkelvormig en kunnen dus de zonnecel niet helemaal bedekken.  De hoeken van de cel worden niet opgevuld.  De zonnecel meer zagen zou een groot verlies van goed materiaal betekenen.  De wafers hebben een dikte van ongeveer 0,3 mm.  De monokristallijne zonnecel heeft een egaal blauwe kleur.  Ze heeft het hoogste rendement. Dat ligt  tussen de 13% en 16 %.  Deze cellen zijn wel het duurst.  Dit komt omdat de cellen uit hetzelfde materiaal bestaan als de stoffen die de halfgeleiderindustrie gebruikt voor elektronische schakelingen.  De levensduur van monokristallijne zonnecellen is vrijwel onbeperkt. Monokristallijn silicium heeft een hoger rendement. Het nadeel van monokristallijne zonnecellen is dat ze moeilijker te maken zijn.  Hierdoor zijn ze dus ook duurder.

Maak jouw eigen website met JouwWeb