Beschaduwing

Schaduw kan afkomstig zijn van bomen, lantaarnpalen, dakvensters, schouwen, andere gebouwen enz.  De opbrengst van de PV-module vermindert vooral wanneer men gebruik maakt van een centrale invertor.  In dat geval kan zelfs bij beschaduwing van 1 bepaalde cel de opbrengst van een volledig PV-systeem sterk  verminderen. Dit zorgt ervoor dat de weerstand en de spanning over de beschaduwde zonnecel negatief wordt.  Bovendien zal op de plaats waar de schaduw valt de cel opwarmen.  Hierbij wordt de gevormde energie omgezet in warmte : het hot spot effect.  Gebeurt dit regelmatig, dan kan de module hierdoor schade oplopen.   In PV-modules worden daarom zogenaamde ‘bypass-diodes’ ingebouwd. Het zijn elektrische omwegen waarlangs de stroom toch voorbij een beschaduwde serie van zonnecellen kan. Het is dus uiteraard aangeraden om beschaduwing te vermijden.  Zelfs kleine voorwerpen zoals lantaarns, bekabeling boven de panelen, takken van bomen,. . . hebben een vrij grote invloed op de PV-installatie.   Schaduw in de winter is onvermijdelijk.  Daarom worden de modules best per horizontale rij in serie geschakeld. Hierdoor kunnen ze allemaal tegelijk wel of niet beschaduwd worden. Het energieverlies door de winterse schaduw is overigens op jaarbasis relatief klein omdat er in de winter sowieso al minder elektriciteit geproduceerd wordt door de lage zoninstraling en de korte dagen. Beschaduwing blijft bij wisselstroom modules beperkt.

Figuur 25 toont ons dat je zonnepanelen kan zetten zodat er geen schaduw op valt. Bij de eigenaars van deze zonnepanelen zijn de buren begonnen met het bouwen van hun huis.  Dit heeft als gevolg dat er schaduw ontwikkeld wordt op de zonnepanelen en er dus een forse opbrengstdaling is.