Temperatuur

Er zijn vele mensen die denken dat zonnepanelen beter gaan presteren bij hogere temperaturen.  Dit is fout want het omgekeerde is echter waar.  We kunnen dit verklaren.  Een stijgende temperatuur zal ervoor zorgen dat de geleidbaarheid van de halfgeleiders toeneemt.  Zo zullen de elektronen de gaten op een andere plaats in het materiaal weer opvullen.  Dit heeft als gevolg dat de elektrische balans verbetert in de cel, wat op zijn beurt er voor zal zorgen dat het elektrische veld bij de grenslaag wegvalt, waardoor de ladingen niet meer goed gescheiden kunnen blijven. Het resultaat is dus dat er een dalende spanning is tussen de twee lagen en dat zien we in de onderstaande figuur. 

De opbrengst van zonnepanelen werd bepaald bij een temperatuur van 25°C.    Per graad dat de temperatuur stijgt boven de 25°C zal het rendement dalen met ongeveer 0,5%.  Een zonnepaneel kan een temperatuur van 65 graden bekomen op een warme zomerdag.  Het opbrengstverlies is dan 20%.  Het is dus van uiterst belang dat we zonnepanelen zo koel mogelijk houden.  Dit kan door er voor te zorgen dat er een goede ventilatie is.  Een goede ventilatie kunnen we bekomen door zonnepanelen niet te dicht bij elkaar te plaatsen waardoor een voldoende wind tussen, onder en boven kan.  We kunnen dus zeggen dat zonnepanelen het best zullen renderen op een zonnige zomerdag met koude luchtstroming.  In warme landen is het dus noodzakelijk om zonnepanelen te kiezen met een lage temperatuurscoëfficiënt.  In landen met een gematigd klimaat zoals België maakt het bijna niet uit welke panelen je nu installeert.  Bij monokristallijne panelen daalt de opbrengst met 0,4% per graad Celsius boven de 25°C.  Bij polykristallijne zonnepanelen daalt de opbrengst met 0,5% per graad Celsius boven de 25°C.  In de toekomst kan dit misschien meer effect hebben door de opwarming van de aarde.